partners – Meander

Vavoo

 
sluiten

Vavoo

Vrije Academie voor Ouders en Opvoeders
Wij willen ouders en opvoeders informeren en betrekken bij het vrijeschoolonderwijs in brede zin. Van kleuterleeftijd tot jong volwassenen volgen leerlingen onderwijs op vrijescholen. Ouders en opvoeders van die groep willen wij aanspreken, inspireren, ondersteunen. Dat doen we door het geven van cursussen, studie, ontmoeting, gesprekken over actuele thema’s. De Vrije Academie voor Ouders en Opvoeders heeft een regionale functie. Dat betekent dat we de cursussen geven in Nijmegen op de vrijeschool Meander of het Karel de Grote College maar dat we ons richten op ouders en opvoeders in de regio.
Meer over de Vavoo.

Kinderopvang en BSO

 
sluiten

Kinderopvang en BSO

Veel kinderen van Meander vinden hun weg naar de BSO van Kinderopvang Rijk van Nijmegen en van Struin. De opzet en achtergrond van deze organisaties bieden veel aanknopingspunten bij ons onderwijs.

Kinderopvang Rijk van Nijmegen
Kinderopvang Rijk van Nijmegen ( KORVN ) is een samenwerkingsverband tussen BSO Nijmegen en KDV De Zonnestraaltjes

Struin
Struin is een centrum voor natuurpedagogiek voor kinderen van 2 tot 12 jaar. Wij bieden onvergetelijke natuurbelevenissen en natuureducatie in de omgeving van Nijmegen. Als eerste in Nederland startte Struin, geïnspireerd op Scandinavisch voorbeeld, een natuur-BSO.

KGC

 
sluiten

KGC

Het Karel de Grote College in Nijmegen vormt de voortzetting van het onderwijs dat wij op Meander zijn begonnen. het leerplan van de vrijeschool loopt door tot de 12e klas en begint te tellen bij onze klas 1. 

Het Karel de Grote College is een vrijeschool, een school voor voortgezet onderwijs waar gewerkt wordt vanuit antroposofie. Dat wil zeggen dat men zich bewust wil worden wat “het mens-zijn” betekent. Antroposofie is ontwikkeld door de filosoof Rudolf Steiner (1861 – 1925), die heeft meegewerkt aan de oprichting van de eerste Nederlandse vrijeschool in 1923 te Den Haag.

We streven in de opvoeding naar een zo breed mogelijke ontwikkeling van menselijke vermogens. Dan gaat het zeker niet alleen om het verwerven van kennis, maar vooral ook om ontwikkeling van gevoel voor het sociale en het kunstzinnige en om het verkrijgen van ambachtelijke en technische vaardigheden. Hiermee wordt een stevige basis gelegd voor het latere leven en voor het functioneren in de maatschappij. We gaan ervan uit dat ieder met het leven een eigen bedoeling heeft en er innerlijk vrij naar wil streven om die waar te maken. Opvoeding moet daarbij ondersteunen. Dat vereist vakkennis natuurlijk, maar vooral ook inzicht in de verschillende levensfasen van de jonge mens en het vermogen om waar te nemen wat elk kind aan mogelijkheden in zich draagt. Vrijeschoolouders hoor je dan ook vaak zeggen: mijn kind wordt gezien!

HAN-minor

 
sluiten

HAN-minor

Met de HAN hogeschool en de Hogeschool Leiden heeft Meander een samenwerking in de rol van opleidingsschool voor aankomende vrijeschoolleraren. Dat betekent dat er regelmatig stagiaires van de beide opleidingen op onze school actief zijn en dat er leerkrachten van Meander docent zijn voor studenten die de Minor vrijeschool onderwijs volgen op de HAN.

Vrijeschool Pabo

 
sluiten

Vrijeschool Pabo

 

De kern van het vrijeschoolonderwijs is ‘leren met hoofd, hart en handen’. Op de vrijeschool werk je dus aan de cognitieve ontwikkeling, maar net zo belangrijk zijn de sociaal emotionele en de motorische ontwikkeling. Dit komt voort uit de antroposofische gedachte, dat ieder van deze gebieden steeds in een andere fase in de ontwikkeling zijn zwaartepunt heeft.

Tijdens de opleiding leer je niet alleen hoe kinderen groeien in de verschillende fases, maar kijk je ook naar je eigen ontwikkeling. Wat onderscheidt de ‘vrijeschool-aanpak’ van de ‘reguliere’ pedagogiek? Een belangrijke vraag als je overweegt om te kiezen voor de Vrijeschool Pabo. In de antroposofische pedagogiek gaat het om alle talenten en mogelijkheden die een kind met zich mee brengt en hoe jij kunt helpen om die naar buiten te brengen. De vraag is dus niet ‘hoe past dit kind straks in deze maatschappij?’, maar ‘wat voegt dit kind toe aan de maatschappij?’.